Brieven uit Zottegem

“En de Goeskes kennende was het vaak ook one shot, zonder herbeginnen.”

Op zondagavond naar Zottegem. Tot net voor het optreden nog geen kat te zien. Rechtover waar de man van mijn nichtje werkt. Haar gezin komt opdagen. En dan plots de ene na de andere. De hemel klaart op. Pasta & Blues van de wereldberoemde Filip Morre. More blues! More pasta. En het avondje rockt en schuifelt. De laatste drie nummers wandelen Goes & Goes binnen. Het is zo’n moment dat alle puzzelstukjes op het einde van het spel toch in elkaar vallen. Daar zijn wij voor gemaakt. De mensheid. Dat denken wij toch.

Twijfel

Goes & Goes durven dat laatste muzikaal al eens in twijfel trekken. Van het eerste Sleins van Aardvark tot nu heeft Michel Goessens aan die boom geschud. Het kan ook lelijk mis gaan. Laatst mocht ik op audiëntie naar de Reibroekstraat en luisterde ik de eerste keer naar zijn nieuwe plaat. Duister, herinner ik me. Storytelling. Waar ik van hou. En die pure drum van Natan. Ook zo opgenomen door Peter Van De Veire van Yellow Tape zo zuiver en zo natuurlijk mogelijk gereproduceerd, geobsedeerd als hij is door de juiste micro en de meest analoge perfectie van zijn ambacht. Dat hoort een mens.

Eeuwigheid

Ge moet weten. Elke track op die plaat is een one-taker. Van A tot Z ingespeeld en ingeblikt. En de Goeskes kennende was het vaak ook one shot, zonder herbeginnen. Bij mijn weten hebben alleen The Black Crowes hen dat voorgedaan, maar die zijn wel met een stevig orkest wat het nog complexer maakt. Alleen: elke nuance, elke subtiele streep, is er één voor de eeuwigheid. Dat maakt het beluisteren maf.

Bob

Het was die avond in de Reibroekstraat dat uw dienaar over vinyl begon en over Dunk!Records in Zottegem. Een aloude droom van de drummer van Woesten. En mijn hersenspinsel van hoe we dat project ooit betaald zouden krijgen. Ik vertelde Michel ook over mijn Marley, de pick-up die ik kocht bij Loete-Versluys in Waarschoot. Wacht, ik draai de plaat nog eens om. Marley, dus. Prachtig stukje techniek uit Jamaïca, fabriek van de zoon van. Sinds mijn Marley herbeluister ik mijn overleden vader, zijn collectie. Ik surf tussen Edith Piaf, Elvis en Johnny Cash, tussen mijn eigen U2 en Springsteen en de Deep Purple-platen van mijn schoonbroer Alain. En ja, af en toe, met een héél lage frequentie of na een optreden koop ik eens wat vinyl bij.

Museum

De singles in mijn jukebox, de elpees en maxi’s tot in mijn tuin toe waar ook boxen aangesloten zijn op mijn high end Artsound-installatie, gekocht toen ik nog niet wist dat mijn schoolkameraad Michaël Bingé daar zaakvoerder van was. Ik pleitte voor de beleving van muziek bij Michel. Voor de échtheid van vinyl, voor de plek in ons Goestenmuseum en dat, met die muzikale warmte van bij Yellow Tape, dit wel vroeg om vinyl.

Duister

Veertien dagen lag de zwarte plaat er. Zwart, natuurlijk. “Genen dèj”, daar waren we het beiden over eens. Platen moeten zwart zijn. Pikzwart in Goessens zijn geval. Ik weet waarom. Al was zijn muziek bij Invoice en Aardvark ook al pikzwart, hoor. Michel houdt van entertainment maar er mag al eens een traan geplengd worden en een halve zot worden doodgeslagen. Dit is een eindplaat die er waarschijnlijk geen zal zijn. Een requiem in de reeks requiems die hij al bij elkaar schreef. En bovendien met een ondertoon van een stil genie, zijn eigenste zoon Natan die de internationale blueswereld bestormt, God hebbe onze ziel miljaarde.

Duiven

Michel schuwt alweer de grote onderwerpen niet. De vluchtelingenproblematiek, de dood, de maagzweer, de duiven die naar Arras vliegen, onuitspreekbare woorden die een normaal mens in de Van Dale overslaat. Dat soort belangrijke dingen. En wa pakte mee? Ik ga er niet veel over zeggen. Ik ken zijn mama en papa goed. Zijn vader was ooit mijn trainer bij FC Sint-Joris. Arme Fernand. Meer kan ik er niet over kwijt. (Uw dienaar proest het uit)

Om een lang verhaal kort te maken: ik heb de vinyl van Goes & Goes in Zottegem gekocht.