Interview met Piet Notteboom in 2012, Rock ‘n’ Roll Niemandsland

Piet Notteboom (Summerbummerdownerfolk): “Geloof het zelf, da’s al een hele stap”

Dieter Van Meulebroeck vertelt ons een spannend rock’n rollverhaal van aan het Schipdonkkanaal: “We organiseerden met Angst een concert onder de brug van Balgerhoeke. We deelden toen flyers uit met datum en uur van het geheim concert van Angst, men moest zich inschrijven via een mailadres. Geheimzinnigheid troef. Die bewuste dag stuurde ik de locatie door. Net als Nirvana in de Democrazy op 2 december 1989 was half Belgie daar.” Een brugconcert in de stijl van Manchester eind de jaren tachtig. Geniaal eigenlijk. “Het aanwezige publiek had gelijk”, vertelt Meullie. Een verhaal dat ons meteen bij Piet Notteboom brengt.

In de Meton in Eeklo, ook eind jaren tachtig, is zanger Piet Notteboom van Summerbummerdownerfolk nooit geweest. “Beetje te jong”, vertelt de Adegemnaar zacht bij een heerlijk glaasje Kriek Girardin bij me thuis. “Maar ik ben wel nog naar een fuif geweest in Eeklo waar ‘de tijd van de Meton en de new wave’ uitvoerig werd herdacht. Dus ik ken het fenomeen ‘De Meton’ wel. Ik weet ook wat er mee bedoeld wordt. Ik ben nochtans helemaal niet zo’n fuifganger, hoor. Ik speelde 9 jaar bij de fanfare ‘Verenigde Vrienden’ in Adegem. Trombone, bariton en tuba speelde ik. Het was mijn doel om het instrument zo goed mogelijk onder de knie te krijgen. Ik kreeg les van een zeer strenge leraar. Ronny Derk, van de Zeeuwse marine en de Gidsen. Taaie leermeester was dat. Niet geoefend? Na drie minuten had hij dat door en kon je gaan. Eerst oefenen en dan de volgende les. Ik heb daar toch heel wat van opgestoken: harmonieën, spelen met nuance, de kleur van klanken. Na 9 jaar vond ik het niet tof meer en ben ik ermee gestopt.”

Fanfare

Uiteindelijk bracht de fanfare in Adegem Piet Notteboom richting rock’n roll. Met Summerbummerdownerfolk lukt het goed. We zijn fan. Wij horen Tindersticks, Cave… Piet onderbreekt. “The Gun Club, is ook al gezegd. Ik krijg die opmerking ontelbare keren. Nick Cave ken ik natuurlijk wel, maar van al die andere groepen die op ons geluid worden geplakt, ken ik vaak de muziek niet. Laat staan dat het me zou beïnvloed hebben. Ik zoek dat ook niet op of zo. Ik heb ook geen zin om als kloon van een andere groep door het leven te gaan. Het lijkt me weinig nuttig om alles in hokjes te stoppen. Mijn vader durft dat ook te doen als we naar muziek luisteren. Hij hoort Anna Calvi en dan meteen een stempel daarop.” Een gulle lach. We herkennen het. “Ik begrijp dat wel, hoor, maar ik wil ook dat men dat genuanceerd doet. En dat men niet uit het oog verliest wat echt van de muzikant zelf komt. Het persoonlijke.”

Geloof

Wat is het geheim van Summerbummerdownerfolk? “Als je zelf gelooft wat je op het podium brengt, dan is dat al een hele stap. Mijn ambities zijn vooral inhoudelijk. Ik heb met een song vaak een basisidee en ik wil op het einde van het proces, na het schrijven en het arrangeren van de muziek, nog altijd hetzelfde basisgevoel hebben dan toen ik, helemaal in het begin, aan de basis van de song stond. Op dat vlak ben ik een beetje een despoot in de groep. Het moet kloppen. Ik heb wel geleerd om meer inbreng te aanvaarden en het is niet meer zo dat we drie of vier songs op een uur repetitie ‘als nieuw’ inblikken. Er wordt stevig aan gewerkt door al onze muzikanten. Zo brengt Naomi die bij ons zingt bepaalde kleuren in de songs die enorm verrijkend werken.”

Donkerte

“De inbreng van de muzikanten (Bert Cambier, Jeroen Naert, Naomi Symons en Mathieu Laridaen) ten opzichte van mijn inbreng als songwriter is gegroeid. Mét die inbreng is ook de groep zelf gegroeid. Ik heb het geluk dat ik kan werken met vier muzikanten die er meer dan 100% willen voor gaan. Dat is al een een serieuze stap. Dan is de missie eigenlijk al geslaagd. Waar ons dat dan overal brengt, dat zien we wel. Maar als het op die manier hier rond onze kerktoren kan, kan het in principe overal.” Missie? “Zo zie ik mijn pad wel. Het gaat over meer dan muziek alleen. Ik ben ook bezig met schrijven en toneel. Muziek is slechts een kanaal. Het gaat mij om balans en nuance.” Al kan je de donkerte en de toon van Summerbummerdownerfolk ook associëren met mensen die net balans zoeken. Is dat ook zo bij Piet Notteboom? ”Ik voel me niet meer of niet minder uit balans dan andere mensen”, glimlacht de zanger.

Joy Division of Neil Young?

We kennen Piet Notteboom van de rockgroepen Angst en Fun Department. Bij die laatste band kan de link met ‘zwart’ moeilijk ontkend worden, want ze speelden covers van Joy Division. “Ik heb die groep niet zelf opgericht. Tom Rys heeft me gevraagd. Omdat ze een zanger zochten. Ik heb daar wel wat van opgestoken. Maar het werd op de lange duur allemaal een beetje te letterlijk Joy Division. Zo kom je uiteindelijk in een doodlopend straatje terecht.” Het was trouwens niet Joy Division maar Neil Young die het licht deed schijnen bij Piet Notteboom. “In de humaniora leerde Niels Latomme van Penguins Know Why mij rock ’n roll kennen. Hij bracht me in contact met groepen als Tool, maar ook met Neil Young. Ik heb wel een jaar lang naar niets anders dan Neil Young geluisterd. Zonder dat hij me één seconde verveeld heeft. Muziek appreciëren gaat om één woord, één zin, één blik. Iemand die op het podium staat, moet zelf ‘gepakt’ zijn door wat hij wenst te vertellen.”

The Late Great Planet Earth Club

“Muziek doet grenzen verleggen”, besluit Piet Notteboom. “Zo stuurde ik al een paar nummers naar Rik Bracke uit Maldegem. Die mens werkt al vele decennia aan composities en dat bezorgde hem zelfs een contract bij R&S, een belangrijke platenfirma uit die tijd. We spreken 1997. Rik Bracke was toen 33. The Late Great Planet Earth Club, zoek het maar eens op.” De Morgen spreekt over de plaat ‘The Club Itself’ van ‘de eeuwige zoektocht naar het volmaakte geluid’. Hij krijgt schouderklopjes richting Zappa, Captain Beefheart en Tom Barman. Een genie op de zolderkamer. Voor zijn tweede plaat had hij geen tijd om de modaliteiten te bespreken met de mensen van R&S. Hij was patatten aan het koken en had een kleine op de arm. Toen heeft Rik ingehaakt en R&S heeft nooit nog iets laten weten. “Er kan veel”, zegt Piet Notteboom. “Maar alles moet als puzzelstukjes in elkaar vallen. En soms vind je een puzzelstukje niet meer terug. Ik heb met Rik een beetje samengewerkt en het is echt super wat die allemaal maakt.” Op Soundcloud vind ik fantastische zaken terug. Een trip. Notteboom en Bracke. Daar horen we misschien nog iets van.

(uit het boek ‘Cirque Constance’s Rock ‘n’ roll Niemandsland’, 2012, tekst Bart Van Damme, productie Tim Bottelberghe, artwork Jos Notteboom, fotografie Dominiek Claeys, eindredactie Pablo Smet)

Piet is naast gezinsman ondertussen die creatieve duizendpoot gebleven. Zijn pen staat niet stil. Theater is een passie. Muzikaal is het wat stil, maar dat gaat niet blijven duren. En zijn humor blijft even geestig, gortdroog maar prachtig. Een fantastische mens. Morrissey meets Ian Curtis meets Paul van Ostaijen. Ook nog in 2021. Voor hem, deze donkere song.