Nadenken en niet persé op de website moeten kijken
“Oprecht luisteren, dat is de droom”
“Kijk eens op de website.” Het is onze taak niet: de nieuwe overheidscommunicatie. Technologie is geen hulpmiddel meer maar een paraplu. De stad Gent spreekt zijn architecten toe. “Het staat op de website, op de nieuwe app.” Je wandelt een toerismekantoor in Noord-Frankrijk binnen en het enige wat de door de belastingsbetaler aangeduide bediende te melden heeft is: “Scan de QR-code en je ziet al onze wandelingen op een rijtje.” Rare tijden. Aldous Huxley’s Modern Times, 1984, de wereld als een gevangenis waarin de predestinatie extreem wordt doorgevoerd.
Opaal
Een oranje geschminkte, demente man die ons leven en onze vrijheid of het gebrek daaraan voortaan bepaalt. “Kijk eens op de website…” Je zal wel architect zijn, of een andere kleine zelfstandige. Oprecht luisteren kan niet meer. Een boer bijvoorbeeld die liever niet gebukt onder schulden en regelgeving ergens van een anonieme ambtenaar afhankelijk blijkt en uit woede de snelwegen moet blokkeren. Mens zijn, dat staat niet op de website. Dat doe je zelf. Pratend. Oprecht luisterend. Soms woedend en tierend. We lopen tussen Wimereux en Ambleteuse aan les dunes des Slack aan die prachtige Opaalkust van het Franse noorden. En ik zag het niet meteen maar mijn prachtige deerne gaf de hint: hier verblijven mensen, tussen de bomen. Die kleren, die matrassen, die tentjes uit hout vervaardigd. Dit zijn mensen die hier dolen. Op de vlucht. De gendarmes op de parking. De ogen die prikken in onze rug terwijl wij als dagjestoerist vooral de Opaalkust willen zien en niet te veel zever. Neen, we zijn hier vlak bij Sangatte en, eerlijk, dit is geen film. Hier pogen mensen desperaat de droom naar de overkant, La Manche qui tue. Mijn vriend Giovanni tekent daar pakkende prenten over.
Spookschip
En dan is er Canada. Daar spoelt een schip toevallig aan. Zomaar, uit de 19e eeuw. Ook één vol migranten of slaven, dat bitter handelswaar? Een spookschip. Piraten. De romp duikt op anderhalf eeuwke later, het hout dat ligt daar nu stervend in het water. Dan denk ik aan Zulma, de vrouw van de bekende kunstenaar Roger. Geschiedenis dat schrijft ge niet. Niet nu en ook niet later. Enfin, dit bedoel ik. We zijn mensen, we maken fouten, we doen dingen goed. Soms luisteren we niet. Niet naar de juiste dingen. Misschien moeten we niet luisteren maar beter kijken. Non-verbale communicatie. Hier daar tot in de dood. We reizen even naar Machelen.
Zulma
Nonkel John staat aan het graf.
En Zulma ligt alleen
Nonkel John vraagt zich af
Werkt het Zulma op haar teen?
En Roger ligt verderop
Met zicht op d’Oude Leie
Voor John is het maar een stop
Het maakt Zulma niet veel blijer
Want Zulma ligt daar nu alleen
Daar in ’t dorpje bij een boom
Ze ligt er onder een steen
Als een muze zonder droom
Roger heeft nog wat plek
Maar da’s Zulma niet gegund
Ze zocht haar eeuwige stek,
naast hem, als dat al had gekund
Want Zulma ligt daar nu alleen
Daar in ’t dorpje bij een boom
Ze ligt er onder een steen
Als een muze zonder droom
Was het kunst, wie zal het zeggen?
Maar wij dwepen met Roger
En wil John Zulma nu verleggen
Eeuwig samen, zij getwee
Want Zulma ligt daar nu alleen
Daar in ’t dorpje bij een boom
Ze ligt er onder een steen
Als een muze zonder droom
(gedachte aan een tentoonstelling van GiO, Gent, 2024)
Sailor
En dan staan we op Cap Blanc Nez en kom ik weer twee geliefden tegen. De één staat bij mij, die forse wind. Soms loopt ze 100 meter verder vooruit. Ik ben dat zo gewoon. Ze slaakt een zucht. Op een paaltje ziet ze Joke staan. Joke is er. Maar ook niet meer. Ze is nu overal in de wereld. En af en toe komt iemand haar opnieuw tegen. Het leven stopt, als we goed luisteren. Naar de wind, entre les deux caps. Daar waar de Romeinen koers zetten naar Brittania. Waar knotsgekke zwemmers de waaghalzerij van hun leven starten. Waar we met de ferry allemaal al eens op zoek gingen, naar de cliffs of Dover.
Hey litte sailor
Hey how are you
I’m on the coast and I’m waving to you
Give my greetings to that ferryboat
I’m on the shoreline, not heading away.
(Gedachte aan een reis met Leen, Audinghen, 1990)
Anyway. Ik droom graag en ik denk dat een wereld waar mensen écht luisteren naar elkaar, de non-verbale communicatie lezen en er ook een verbonden gesprek gevoerd wordt, een wereld is waar ge aan het station uw fiets moogt laten staan zonder hem op slot te doen en dat ge er moogt vanuit gaan dat ze van uw gerief zullen blijven, omdat het uw gerief is. Omdat ze geluisterd hebben en gehoord hebben dat ge veel waarde hecht aan die fiets. Die fiets niet stelen is een geschenk. Mijn voorstel: we doen jaarlijks de test op de ‘fiets niet op slot’-dag. Dat zou het zijn.